Kinderen - Stichting Kinderboerderij Gennep

Ga naar de inhoud

Kinderen

Hoi,

Op deze pagina’s willen we je wat tips geven over hoe je om kunt gaan met dieren die je ziet die hulp nodig hebben.

Natuurlijk kunnen we niet alle vragen die je hebt beantwoorden in dit stukje. Mocht je een vraag hebben over dieren waar je het antwoord niet op weet, of dat je niet kunt vinden in een boek of op internet, mail deze vraag dan even aan ons door. Wie weet kunnen wij je wel het antwoord geven. Mail je vraag naar info@kinderboerderijgennep.nl en we proberen je spoedig te laten weten of wij het antwoord weten.

Tips:

Laat je rommel niet slingeren!

Als jij je spullen en afval zomaar laat vallen of niet opruimt, hebben dieren daar last van. Zo raken eenden of ganzen vaak bekneld in vistouw dat jij niet hebt opgeruimd of dat je kapot hebt getrokken omdat het haakje vast zat. Aan dit touw kan een watervogel vast komen te zitten. Hierdoor kan hij niet meer goed zoeken naar eten en wordt mager of gaat dood. En wat dacht je dat er gebeurt als de draad om zijn pootje gaat zitten? Je hebt zelf vast wel eens gevoeld hoe dit is. Wij kunnen het er nog afhalen, het dier niet. En je snapt wel wat er gebeurt als de draad dan in zijn pootje snijdt…..

Ook vistouw of vliegertouw in bomen kan levensgevaarlijk zijn voor vogels. Als deze draad in de boom zit, dan ziet de vogel hem niet. Hierdoor kan hij vast komen te zitten, kan niet meer wegvliegen of blijft aan zijn pootje of vleugel bungelen in de boom. Ook hierbij snap je wel dat het dan niet goed afloopt met het dier….

We snappen dat je zoiets niet expres doet. Probeer in ieder geval zoveel mogelijk touw weg te halen als het vast zit. En als je een dier ziet dat door touw niet meer normaal kan doen waar hij zin in heeft, dan bel je ons meteen.

Ook eten dat je op straat laat slingeren kan gevaarlijk zijn. Voer dieren niet in de buurt van drukke wegen. Hier kunnen ze aangereden worden als ze op het voer afkomen of weer opvliegen zoals bij vogels.

En natuurlijk snap je dat je al je rommel even in de vuilnisbak doet! Eenden snappen niet dat je een vishaakje niet kan eten en ook plastic ringetjes en elastiekjes kunnen de dood betekenen voor dieren. Naast het feit dat je dieren er geen plezier mee doet, zal ook iedereen in je buurt het geen fijn idee vinden als je alles maar zomaar neergooit. Even naar de prullenbak lopen is een kleine moeite, maar een goot plezier!

Vogels in de winter

In de winter mag je dieren best bijvoeren. Zeker als het erg koud is zullen ze dit zeker waarderen. Dieren kunnen in de winter, door bijvoorbeeld de sneeuwlaag of het ijs, niet voldoende eten meer vinden. Hierdoor worden ze langzaam zwakker. Als de winter dan niet te lang duurt redden ze het wel, maar bij een lange en koude winter gaan heel veel dieren die buiten in de natuur leven dood. Jij kunt ze helpen door ze op deze koude dagen bij te voeren. Dat kan met pindasnoeren, vetbolletjes en vogelvoer voor de vogels in de tuin. Eenden en watervogels zoals zwanen en ganzen kun je brood geven. Natuurlijk is bruin brood dan gezonder, net als bij de mens.

Als je wilt weten wat je andere dieren kunt voeren die je buiten ziet in de winter, dan kun je een vraag hierover stellen op info@kinderboerderijgennep.nl  Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots.We zullen je dan snel een antwoord proberen te geven.

Als je een dier vindt in de winter dat al verzwakt is, leg het dan op een niet te warme en donkere plek en bel de dierenambulance. Zij komen het dier dan halen en zullen proberen hem dan weer gezond en sterk te krijgen door hem het goede voer te geven. Maar helaas lukt dit ook niet altijd….

Vogels die vastgevroren zitten op het ijs

Als je denkt dat een dier op het ijs vast zit, dan moet je eerst even controleren of dat ook echt zo is. Gooi zachtjes een stok naar het dier of klap hard in je handen. Soms zit een dier zo op het ijs met zijn pootjes lekker opgetrokken in zijn veren. Hij zit dan lekker warm en er is niets aan de hand. Maar hij kan natuurlijk ook verzwakt zijn door de koude winter. Dan lukt het hem niet meer om te lopen of te zwemmen en vriest hij vast. Zie je een dier dat echt vast zit op of aan het ijs, bel dan de dierenambulance. Zij kunnen proberen het dier te vangen en weer gezond te krijgen. Trek het dier niet zomaar los van het ijs. Wie weet doe je hem dan nog meer pijn. Wacht op hulp en zorg dat je zelf niet door het ijs zakt.

Als het dier los is moet het ijs wat nog aan het dier vast zit langzaam ontdooien. Je moet het dier dus niet direct bij de kachel zetten! Als de mensen van de dierenambulance het dier hebben ontdooit en wat hebben gevoerd brengen ze het daarna naar onze vogelopvang waar hij weer rustig kan bijkomen en herstellen. Als het dier weer helemaal sterk is en genoeg heeft gegeten dan brengen ze hem terug naar de plek waar hij vandaan kwam zodat hij daar een nieuwe start kan maken.

Jonge vogels

In het voorjaar en de zomer worden er veel jonge dieren geboren. Deze worden door hun ouders grootgebracht en worden, totdat ze goed voor zichzelf kunnen zorgen, door vader en moeder gevoerd. Dit gebeurt ook wel eens op de grond.

Je snapt dat vogels in een nest groeien. Op een dag passen ze er niet meer in en fladderen ze naar de grond. Daar moeten ze ook worden gevoerd, want zelf weten ze nog niet hoe dat moet. Deze jonge vogels lopen dan op de grond, zitten onder struikjes of lopen op het gras. Als jij komt houden ze zich heel rustig. Ze denken namelijk dat jij ze wil pakken. Als je in de buurt komt hoor je vaak de ouders van de vogel fluiten. Hiermee waarschuwen ze het jong dat er gevaar in de buurt is De ouders leren de jonge vogeltjes voedsel zoeken en laten zien welke gevaren er allemaal bestaan. Het lijkt of de ouders van het vogeltje er niet meer zijn als je hem ziet zitten. Maar de ouders van het vogeltje brengen de jongen meestal met z’n tweeën groot, dus de kans dat allebei de ouders er niet meer zijn is maar heel klein. Vaak lijkt zo'n diertje lang alleen te zitten maar de ouders houden hem goed in de gaten. En ondertussen zoeken ze om de beurt naar eten voor al hun jongen!

Nou snappen we wel dat je bang bent dat een kat of ander dier het jonge vogeltje pakt. Dat gebeurt soms ook. Maar als wij het jonge vogeltje pakken en groot brengen dan leert hij niet dat mensen ook gevaarlijk kunnen zijn. En dan denkt hij als hij groot is bij iedere kat dat die net zo lief is als Minoes van jou. Ze leren dus niet wat gevaar is van ons. En van hun ouders leren ze dat wel. En dat is handig voor later. Zet een jong vogeltje daarom liever onder een struik als je hem vindt. Of op een ander plekje dicht in de buurt van waar je hem vond. Anders zijn zijn ouders hem kwijt, horen ze hem niet meer en krijgt hij geen voer meer. Als het jonge vogeltje gewond is of je ziet bloed bij het diertje, dan bel je ons.

Eenden -en kippenkuikens hebben al dons als ze uit het ei komen. Ze lopen ook al snel nadat ze uit het ei zijn gekomen. Ze kunnen al heel veel zelf zoals voedsel zoeken. Wel hebben ze warmte nodig. Als ze dus niet uit het water kunnen komen, of hun moeder kwijt zijn, dan koelen ze af en kunnen ze doodgaan. Als je een kuiken ziet dat niet meer zo goed en snel beweegt, dan is het aan het afkoelen. Dit diertje kun je dan meestal zo pakken. Houdt hem warm, maar niet te warm! Dan gaat hij ook dood. Leg hem op een warme kruik of onder een lamp die er ongeveer 20cm vanaf staat. Dan bel je de dierenambulance om je te helpen of om het diertje op te halen zodat ze het bij hen groot kunnen brengen. Zij hebben hier de goede warmtelampen en voer voor en vaak ook wat vriendjes van het kuiken zodat hij niet eenzaam is.

Als een vogel tegen het raam vliegt?

Als een vogel vliegt, heeft hij niet altijd door dat er een raam zit op de plaats waar hij vliegt. Je kunt er ook zo makkelijk doorheen kijken. Je hoort dan een klap en als je buiten kijkt ligt er een vogel voor je raam op de grond. Vaak zijn vogels die tegen het raam vliegen alleen maar een tijdje versuft. Het is eigenlijk net als wanneer wij ons hoofd hard stoten of een hersenschudding hebben. Ze moeten dan even de kans krijgen rustig bij te komen, dan kun je ze vaak weer vrijlaten.
Wat je moet doen met het vogeltje dat zo voor je raam ligt, is hem rustig oppakken en in een dichte doos leggen en in de schuur zetten. Na twee uur probeer je de doos buiten weer open te maken en kijk je of de vogel zelf wegvliegt. Doet hij dat niet dan bel je de dierenambulance om te vragen wat je moet doen. Laat de doos niet buiten staan. Dan wordt het te heet in de doos, wordt de vogel nat of komt de kat van de buren langs.
Een vogeltje dat dood is gegaan door de klap tegen het raam of in de doos kun je bijvoorbeeld zelf begraven of in de biobak (groene container of zak) leggen.

De kinderboerderij

Op onze kinderboerderij ben je vanaf 24 juni van harte welkom.
Wij zijn geopend op woens-, zater- en zondagen tussen 14.00 en 17.00 uur. Je mag dan zelf rondlopen, alles bekijken, knuffelen met de dieren, vragen stellen en misschien mag je wel even meehelpen!

Op onze kinderboerderij kun je speciaal voer kopen voor de dieren. Dat kost €0,50 per bakje.
Van thuis voer meenemen mag niet, hier kunnen de dieren namelijk erg ziek van worden.

De dieren op de kinderboerderij mogen best veel wel eten. Wat ze zeker niet mogen is snoeisel uit de tuin. Veel planten of bloemen zijn namelijk giftig voor dieren. Pluk dus ook geen blaadjes en breek geen takken van bomen om ze dan aan de geiten te voeren. 1 blaadje kan zorgen dat de geit heel ziek wordt of zelfs dood gaat. Ook snoep, chocola en koekjes zijn giftig of ongezond voor dieren. Wat ze wel erg lekker vinden is brood (zonder schimmel erop) of groenten die mensen zelf ook eten. Dus een wortel, wat bloemkool of een schilletje van de aardappel, dan lusten de dieren dat graag. Fruit vinden ze ook heel lekker en net als voor jou is dit ook voor de dieren op de kinderboerderij erg gezond.

De dieren op onze kinderboerderij wonen daar het hele jaar. Ze hebben hier hun plekje gevonden en genieten van de rust en alle aandacht die ze van jullie krijgen op de openingsdagen. Om te zorgen dat onze dieren het fijn blijven vinden op de kinderboerderij hebben we een aantal regels opgeschreven. Deze kun je lezen op de deur van ons gebouw. Hier staat bijvoorbeeld dat je niet achter dieren aan mag rennen en ze niet mag optillen. Deze regels hebben we gemaakt omdat dieren niet kunnen zeggen wat ze fijn vinden. Wel worden ze bang en moe als de hele tijd iedereen achter ze aan rent. Als je een dier optilt kan het van schrik bij je weg springen. Moet je eens voorstellen dat dat kleine kuikentje van jouw hand naar de grond springt. Dat voelt bij dat kuikentje dan hetzelfde als dat jij bij de gymles op school van het wandrek valt zonder een vangmatje. Je kunt je voorstellen dat een dier dan ook wel gewond kan raken. Vandaar dat we als regel hebben dat dieren niet worden opgetild. Wil je toch een kuikentje een keer aaien? Vraag dan of een vrijwilliger je hierbij helpt. Samen kun je dan beter zorgen voor het dier.

Gillen, schreeuwen en schelden mag ook niet. Maar dat weet je natuurlijk van school al wel. Maar wist je dat wij extra letten op deze regel omdat veel dieren veel beter horen dan wij mensen. Als jij gilt hoort een konijn dat wel 7 keer zo hard. Ook horen ze hoge geluiden (piepen, gillen en krijsen) veel scherper dan wij met onze oren kunnen horen. Wil je toch even lekker gillen? Gelukkig hebben we een speeltuin naast de kinderboerderij waar dat best even kan…..

Op de kinderboerderij hebben we heel vaak jonge dieren. Veel kinderen vragen dan of ze een jong konijntje mogen of dat ze ook thuis een kuikentje van ons mogen hebben. Wij geven niet zomaar dieren mee. Jongen dieren hebben hun moeder net als jij zelf nodig om te leren eten en om gedrag te leren dat hoort bij het dier. Sommige dieren hebben ook moedermelk nodig tot ze een paar weken oud zijn en kunnen dus niet zomaar weg bij hun moeder. Wil je dus een jong dier thuis hebben, dan moet je in ieder geval wachten tot het bij de moeder weg kan en goed voor zichzelf kan zorgen. Maar nog belangrijker vinden wij het dat je vader of moeder toestemming geeft dat je dan een dier mee naar huis mag nemen. Zonder de goedkeuring van je vader of moeder geven we niets aan je mee. Voor sommige dieren vragen we een klein geldbedrag. Hiermee kunnen we dan weer voer kopen voor de andere dieren.

Wil je jouw konijn op de kinderboerderij laten wonen omdat het thuis niet meer lukt? Dat kan. Maar dan gelden wel een paar regels om te zorgen dat het konijn het goed heeft. Wij nemen bijvoorbeeld geen konijn aan zonder goede buitenkooi. Zonder kooi kunnen we dus geen konijn op onze kinderboerderij laten wonen. Konijnen die over het hek gezet worden moeten we dan ook helaas vaak weg doen. Als een konijn namelijk los loopt op onze boerderij graaft hij allemaal gaten, waar jij dan weer in struikelt. Of hij graaft onder het hek door en ontsnapt dan samen met de kippen die dan ook door dat gat gaan. Maar belangrijker nog is het dat tamme konijnen niet goed weten wat ze zo buiten allemaal moeten eten. Ze zijn brokjes en een wortel gewend, maar die liggen natuurlijk niet zo op straat. We moeten dus een hok hebben zodat we het konijn goed kunnen verzorgen en het grasveld mooi houden.

Een andere regel is dat we geen konijnen (of andere dieren) aannemen die van hun baasje altijd moeten blijven op de boerderij. Wij hebben namelijk vaak mensen op bezoek die graag een konijn willen. Het zou dan ook zo kunnen zijn dat ze net jou konijn leuk vinden en die graag thuis willen hebben. Als wij denken dat deze mensen goed voor het konijn kunnen zorgen dat eerst van jou was, dan mogen die mensen het van ons hebben. Zouden we dat niet doen dan hebben we straks wel honderd konijnen. En daar is onze boerderij veel te klein voor. Wie weet heb je wel geluk en kun je nog vaak jouw ouder konijn bezoeken op onze boerderij.

Vaak vragen kinderen ons of ze vrijwilliger mogen worden. Om vrijwilliger te mogen worden moet je 18 jaar zijn of ouder. Dat komt doordat we af en toe best gevaarlijk werk moeten doen. Dieren moeten weleens medicijnen krijgen en kunnen dan wild spartelen of je moet een stopcontact aanleggen. Dat zijn allemaal klussen die kinderen nog niet mogen doen. Wel mag je natuurlijk zo vaak als je wil komen helpen. Trek dan wel je ouder kleren aan die vuil mogen worden of waarbij het niet erg is als er een klein gaatje in komt. Werken op de (kinder)boerderij is zwaar en vaak vuil werk. Je moet dus niet snel moe zijn of niet tegen vuil kunnen. Ook het uitmesten van hokken hoort bij het werk.


Terug naar de inhoud